Koopkracht steeg in 2019 met 1,3 procent

8 September 2020, 00:01 uur
Den Haag & Regio
mainImage
CBS

De koopkracht van de Nederlandse bevolking is vorig jaar met 1,3 procent gestegen, een groter stijging dan in de twee jaar daarvoor. Behalve werknemers, die profiteerden van hogere CAO-lonen, zagen ook gepensioneerden hun besteedbare inkomen groeien, al was dat met 0,5 procent feitelijk niet meer dan ongeveer 10 euro per maand.

Dat blijkt dinsdag uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS. De stijging komt naast de hogere CAO-lonen ook door  diverse fiscale maatregelen, zoals de verhoging van de algemene heffingskorting en de tariefverlagingen in de inkomstenbelasting.

De koopkracht werd nog wel enigszins gedrukt door de inflatie, 2,6 procent, maar desondanks nam bij 62 procent van de bevolking de koopkracht toe. In 2018 was dit nog maar bij 54 procent.

Een doorsnee huishouden met een besteedbaar netto inkomen van 35.000 euro in 2018, haddoor de stijging vorig jaar 455 euro meer te besteden, 38 euro per maand dus. Een doorsnee AOW-huishouden, 27.500 euro besteedbaar inkomen), hield in 2019 135 euro meer koopkracht over. 
 
Voor wat de koopkrachtontwikkeling van zelfstandigondernemers betreft zijn er nog geen cijfers bekend over 2019. Dat komt, zoals een woordvoerder dat desgevraagd aangaf, omdat hun belastingaangiftes nog niet definitief zijn en dat wel de cijfers zijn waarop de koopkracht ontwikkeling wordt berekend. In 2018 varieerde de hoogte van de koopkrachtstijging enorm, maar was in doorsnee 2,9 procent. Eenvijfde van de zmp’ers en zzp’ers had koopkrachtminnen van minimaal 12,9 procent, een even grote andere groep had juist koopkrachtplussen van minstens 22,3 procent.